Informed Consent, ouders, het is aan u!

Per 1 januari 2019 is een gewijzigde aanpak rondom Informed Consent ingegaan. Op de website van het Rijksvaccinatieprogramma staan een aantal artikelen over hoe Professionals om dienen te gaan met Informed Consent. Elke ouder dient namelijk expliciet toestemming te geven aan JGZ om de vaccinatiekeuzes door te laten geven aan het RIVM. Geef je die toestemming niet, dan zal het RIVM niet kunnen weten wat de vaccinatiestatus van je kind en …van de gehele populatie is. Er staat:

(…)”De door de JGZ gegeven vaccinatie wordt geregistreerd in het JGZ-dossier. Daarnaast worden de gegevens met betrekking tot de vaccinatie (naam, adres, geslacht, geboortedatum, BSN-nummer, batchnummer van het vaccin), mits daarvoor toestemming is gegeven door de ouder, doorgegeven aan het RIVM. Het RIVM heeft deze gegevens nodig voor de kwaliteitsbewaking (via monitoring, registratie en surveillance) van het totale programma.

In de voorlichting moet het belang van landelijke registratie op naam bij het RIVM benadrukt worden.

Voor ouders en kinderen is de centrale registratie handig om later vaccinatiegegevens van hun gevolgde programma op te kunnen vragen. Daarnaast controleert het RIVM de juistheid van de gegeven vaccinaties (intervallen, vaccinsoort, expiratiedatum). Bij eventuele problemen met een bepaalde vaccin-batch kunnen de kinderen die met het betreffende vaccin zijn gevaccineerd snel getraceerd worden. Naast het individuele belang is er ook een collectief belang van centrale registratie. Infectieziekten zijn veranderlijk en de effecten van vaccinatie gaan verder dan het betrokken individu. Daarom is nauwkeurige bewaking van vaccinatiegraad, effectiviteit en bijwerkingen een essentieel onderdeel van het RVP. Deze bewaking is alleen goed mogelijk met registratie op naam.” (…)

(…)”Het RIVM stuurt van wege haar wettelijke taak oproepen naar de kinderen van Nederland die in aanmerking komen voor het RVP. Het RIVM bewaakt per individu het RVP. Als een vaccinatiemoment zonder geregistreerde vaccinatie is gepasseerd, dan stuurt het RIVM een rappel. Als ouders ervoor kiezen om de vaccinaties niet centraal te laten registreren dan weet het RIVM niet of een kind gevaccineerd is. Het kan dan zo zijn dat een ouder een rappel ontvangt, terwijl het kind wel gevaccineerd is. Alle ouders ontvangen van het RIVM- uitnodigingen, ongeacht of de vaccinaties centraal geregistreerd worden.” (…)

Meer info op: https://rijksvaccinatieprogramma.nl/rvp-richtlijn-informed-consent-procedure-0?fbclid=IwAR2RGAxcCwMrf68cRrzddpGTHqcRiwzDehJk-9hWrxdqolkm4YTWYQBpg84
en https://rijksvaccinatieprogramma.nl/sites/default/files/2018-12/Bijlage%20Achtergronden%20RVP%20richtlijn%20Informed%20consent%20procedure.pdf
Dit wordt ws nog steeds niet gebruikt door JGZ, zo lijkt het.

Het gaat niet om vaccinatiegraad, maar om prikgraad!

Zelfs al zouden ze dit allemaal goed registreren, dan nog zegt het niets over de vaccinatiegraad, alleen iets over de ‘prikgraad’:

  1. Er is een groep mensen die überhaupt geen antistoffen aanmaken (ongeveer 5%?), ook al worden zij meerdere keren gevaccineerd. Hoe nemen zij deze mensen mee in hun berekening van de vaccinatiegraad? Hoeveel mensen zijn er die wel antistoffen aanmaken, maar die onder de grens van ‘bescherming’ blijven hangen?
  2. Er zijn vele factoren die meespelen;
    – al aanwezige antistoffen. Men stelt dat maternale antistoffen de opbouw van vaccin geïnduceerde stoffen in de weg zitten (ik denk zelf dat dit eerder andersom is, de vaccin geïnduceerde antistoffen verstoren de maternale antistoffen en daarmee het immuunsysteem zodat het moeilijker of onmogelijk wordt om later vaccin-geinduceerde antistoffen aan te maken).
    – daarnaast zijn er nog externe invloeden op de afbraak van vaccin-geinduceerde antistoffen, zoals het wel of niet in aanraking komen met de pathogenen waarvoor gevaccineerd is en de confrontatie met andere ziektes.
    – de ‘kwaliteit’ van het eigen immuunsysteem heeft invloed op de afbraak van vaccin-geinduceerde antistoffen.
    – er zijn ‘vermoedens’ hoe lang ieder vaccin antistoffen oplevert. Bij sommige vaccins weten ze het nog niet, andere vaccins blijken langer of korter antistoffen op te leveren dan verwacht of eerder gemeten
    – etc.

Kortom; afbraak van vaccin-geinduceerde antistoffen is zeer persoonsgebonden, de één zal langer antistoffen vasthouden dan de ander. Dit betekent dat de vaccinatiegraad (lees gemiddelde antistoffen in de bevolking, ook kinderen) aan schommelingen onderhevig is. Omdat men niet (standaard) titert kan niemand zeggen of de gemiddelde bevolking wel of niet voldoende beschermende antistoffen heeft. Ergo; men registreert de ‘prikgraad’ en niet de vaccinatiegraad!